Inleiding in het Orthodoxe Christendom

Uit OrthodoxWiki
Ga naar: navigatie, zoeken
Dit artikel is onderdeel van de serie
Inleiding in het Orthodoxe Christendom
Heilige Traditie
Heilige Schrift
Symbool van Geloof
Oecumenische Concilies
Kerk vaders
Liturgie
Kanons
Iconen
De Heilige Drieheid
God de Vader
Jezus Christus
De Heilige Geest
De Kerk
Ecclesiologie
Geschiedenis
Heilige Mysterieën
Kerk Leven
Bewerk dit veld


Het Orthodoxe Christendom is het geloofsleven van de Orthodoxe Kerk, het is onlosmakelijk verbonden met die concrete, historische gemeenschap en het omvat haar hele manier van leven. Het Orthodox-Christelijke geloof is het geloof dat "eens en voor altijd aan de heiligen is doorgegeven" (Judas 1: 3) door Jezus Christus in de Heilige Traditie aan de apostelen doorgegeven en vervolgens overgeleverd van generatie op generatie, zonder toevoeging of weglating.

Het enige doel van het Orthodoxe Christendom is de redding van elke menselijke persoon, hem verenigen met Christus in de Kerk, hem transformeren in heiligheid en hem het eeuwige leven schenken.

Dit is het Evangelie, het goede nieuws, dat Jezus de Messias is, dat Hij opstond uit de dood, en dat we daardoor gered kunnen worden.

De Gastvrijheid van Abraham, een verwijzing uit het Oude Testament naar de Heilige Drieheid.

God

Hoofdartikel: Heilige Drieheid

Orthodoxe Christenen aanbidden de Vader, de Zoon en de Heilige Geest - de Heilige Drieheid, de ene God. In navolging van de Heilige Schrift en de Kerkvaders, gelooft de Kerk dat de Drieheid drie goddelijke Personen (hypostasen) is die één essentie delen (ousia). Het is paradoxaal om zo te geloven, maar zo heeft God Zichzelf geopenbaard. Alle drie de Personen zijn één in wezen met elkaar, dat wil zeggen, Ze zijn van één essentie (homoousios) en mede-eeuwig.

Er was nooit een tijd dat een van de Personen van de Drieheid niet bestond. God is achter en vóór de tijd en maar handelt binnen de tijd, bewegend en sprekend binnen de geschiedenis.

God is geen onpersoonlijke wezen of louter een 'hogere macht', maar elk van de Goddelijke Personen heeft een persoonlijke relatie met de mensheid. Evenmin is God een eenvoudige naam voor drie goden (d.w.z. polytheïsme), maar het Orthodoxe geloof is monotheïstisch en toch Trinitair. De God van de Orthodoxe Christelijke Kerk is de God van Abraham, Isaak en Jacob, de IK BEN die zich aan Mozes openbaarde in de brandende struik.

De bron en eenheid van de Heilige Drieheid is de Vader, uit Wie de Zoon is geboren en van Wie de Geest uitgaat. De Vader is dus zowel de grond van eenheid van de Drieheid als ook van onderscheid. Om te proberen oorsprong (Vader), voortbrenging (Zoon) of uitgaan (Heilige Geest) te begrijpen, leidt tot waanzin, zegt de heilige Gregorius de Theoloog, en daarom benadert de Kerk God in goddelijke mysterie, benadert zij God apofatisch, is ze er tevreden mee om God persoonlijk te ontmoeten en tegelijk de ontoereikendheid van de menselijke geest te beseffen om Hem te begrijpen.

De belangrijkste verklaring van wat de Kerk over God gelooft, is te vinden in de geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel.

Christologie

Onze Heer Jezus Christus

Hoofdartikelen: Jezus Christus, Christologie

De tweede persoon van de Heilige Drieheid, de Zoon van God, die door de Vader voor alle eeuwen zonder moeder werd voortgebracht, werd door de Maagd Maria de Theotokos ontvangen zonder vader. Hij is de Logos, het Woord van God, en Hij werd vlees en woonde onder ons, zoals het begin van het Evangelie van Johannes zegt. Jezus Christus is God in het vlees. Dit is de leer van de Incarnatie, dat God Mens werd.

Onze Heer Jezus is de Theanthropos, de Godmens. Hij is niet half God en half mens, noch is Hij een hybride van de twee. Integendeel, Hij is volledig God en volledig mens, volmaakt in Zijn goddelijkheid en volmaakt in Zijn menselijkheid. Hij heeft twee naturen, verenigd in de Incarnatie zonder vermenging, verdeeldheid of verwarring. Omdat hij volledig God en mens is, heeft hij ook twee willen, één menselijke wil en één goddelijke wil waaraan de menselijke wil is onderworpen. Hij heeft twee naturen, maar blijft één persoon, één hypostase.

Jezus is God, de tweede persoon van de Heilige Drieheid. Hij is de IK BEN Die Zich openbaarde aan Mozes. Hij is de Weg, de Waarheid en het Leven.

Hij is de God vóór alle eeuwen, kwam als een klein kind op de aarde en stierf als een mens aan het kruis en stond op uit de dood. Hij en de Vader zijn één, want Hij is één in wezen met de Vader. Tijdens zijn lijden en sterven aan het kruis leed één van de Drieheid in het vlees.

Hij is de Messias, de Christus - de Gezalfde van God, Die is voorspeld door de profeten van het Oude Testament. Hij is de Redder van de wereld, het Lam van God, de Mensenzoon. Zoals in de Evangeliën beschreven is, werd Jezus Christus uit een vrouw geboren, is Hij opgegroeid tot een man, heeft Hij gepredikt, heeft Hij genezen, heeft Hij zijn discipelen onderwezen, stierf lichamelijk aan het kruis en is op de derde dag in Zijn lichaam uit de dood opstaan. Hij voer op ten Hemel en ging zitten aan de rechterhand van de Vader. Van de hele mensheid is alleen Hij zonder zonde.

Zijn werk op aarde had als doel de mensheid te redden, voor het leven van de wereld. Alles wat hij deed was voor onze redding, van het geven van gelijkenissen en gedoopt worden door de Voorloper tot zijn roemrijke dood en opstanding. Om wie hij is en wat hij voor ons heeft gedaan, hebben we de mogelijkheid om door genade te worden wat hij van nature is. Dat wil zeggen, we kunnen het goddelijke aandoen en deel krijgen aan de goddelijke natuur.

Ecclesiologie

Hagia Sophia in Constantinopel

Hoofdartikel: Ecclesiologie

De Kerk is het Lichaam van Christus, een theantropische (goddelijk-menselijke) gemeenschap van Jezus Christus met Zijn volk. Het enige hoofd van de Kerk is Christus. Het overgeleverde geloof in de Kerk wordt in de Nicea-Constantinopolitaanse Geloofsbelijdenis betuigt als de ene, heilige, katholieke en apostolische Kerk. Hiermee wordt bedoeld dat de Kerk onverdeeld is en niet veel (één), geheiligd en apart gezet voor het werk van God (heilig), zij is heel en wordt gekenmerkt door volheid en universaliteit (katholiek), en het is haar wezen om uit te gaan in hele de wereld om het Evangelie te verkondigen en de volkeren te dopen (apostolisch).

De kerk is de Bruid van Christus, de eschatologische echtgenote van de Zoon van God, met Hem verenigd in geloof en liefde, waarvoor Hij zich overgaf aan het kruis. De intimiteit van man en vrouw is een aards beeld van de intimiteit die Christus heeft met Zijn Kerk, en de vereniging in een aards huwelijk is een schaduw van de eenheid van het huwelijk van het Lam van God met de Kerk.

De gemeenschap van de Kerk is de plaats van redding voor de mensheid; het is waarlijk de Ark waarin de mensheid gered kan worden van de vloed van corruptie en zonde. Binnen haar werken Christenen sacramenteel met angst en beven aan hun redding (Filippenzen 2:12), terwijl ze de Heilige Drieheid aanbidden in geest en waarheid. De Kerk is de zuil en grond van de waarheid (I Timotheüs 3:15) en mag daarom vertrouwd worden in de strijd van de Christen om de enige waarheid voor zichzelf te vatten. De Kerk is eeuwig en de poorten van de Hades zullen haar nooit overwinnen (Mattheüs 16:18).

De Kerk bestaat uit de profeten en heiligen van zowel het Oude als het Nieuwe Verbond, de engelen en de concrete, historische gemeenschap van gelovigen in dit aardse leven. Degenen die ons zijn voorgegaan staan bekend als de Triomferende Kerk, terwijl degenen in dit leven bekend staan als de Strijdende Kerk.

De grenzen van de Kerk zijn uiteindelijk alleen bekend aan God Zelf, maar buiten de historische context van de Kerk - dat wil zeggen, de Orthodoxe Kerk - kennen wij de aard van de verbinding van een mens met de Kerk (of hij nu gelooft in Christus of niet) niet. Door heel de Kerkgeschiedenis hebben allerlei groepen zich uit de Kerk gebroken, een tragische realiteit die de Kerk niet verdeelt, maar veeleer gelovigen afscheidt van de Kerk. De definitieve positie van Christenen in dergelijke gemeenschappen is afhankelijk van Gods genade, zoals het ook het geval is met mensen die in dit leven lid zijn van de Kerk.

Traditie

Hoofdartikel: Heilige Traditie

De Heilige Traditie is de waarborg van het geloof dat door Jezus Christus aan de Apostelen is gegeven en dat van generatie op generatie in de Kerk wordt doorgegeven zonder toevoeging, wijziging of vermindering. Van Vladimir Lossky noemt de Traditie "het leven van de Heilige Geest in de Kerk". Het is dynamisch in toepassing, maar onveranderd in dogma. Het groeit in uitdrukking, maar is tegelijk in wezen altijd hetzelfde.

In tegenstelling tot veel opvattingen over traditie, beschouwt de Orthodoxe Kerk de Heilige Traditie niet als iets dat groeit en zich uitbreidt in de tijd, een verzameling van praktijken en doctrines die langzaam aangroeit, die zich geleidelijk steeds meer ontwikkelt en uiteindelijk onherkenbaar wordt voor de eerste Christenen. Integendeel, de Heilige Traditie is hetzelfde geloof dat Christus aan de Apostelen leerde en dat zij aan hun discipelen gaven, bewaard in de hele Kerk en vooral in haar leiderschap door middel van Apostolische successie.

De centrale plaats in de Heilige Traditie wordt bezet door de Heilige Schrift, de geschreven getuigenis van Gods openbaring in de Kerk. Als zodanig wordt de Schrift altijd geïnterpreteerd vanuit de Traditie die de context was voor hun schrijven en canonisatie.

Aanbidden

Een bischop heft zijn handen op tijdens de Goddelijke Liturgie.

Hoofdartikel: Aanbidding

De aanbidding wordt in de Orthodoxe Kerk gezien als de hoogste roeping van de mensheid, om aan de voeten van de Almachtige God, de Heilige Drieheid, neer te vallen en volledig aan Hem te worden overgegeven, en mystiek met hem verenigd te worden in de heilige mysteriën. God aanbidden is het doel waarvoor we zijn geschapen.

De Orthodoxe eredienst is liturgisch, dat wil zeggen, hij volgt specifieke rituele patronen en [Dagelijkse cycli|cycli]] in eerbiedige waardigheid en het omhelst van de hele menselijke persoon. Zijn eerbied en ontzag zijn te danken aan het feit dat het wordt begrepen als het binnengaan in de troonzaal van de Schepper. De Orthodoxe eredienst is transformatief van aard, waardoor de Christen dieper in gemeenschap met God komt en met zijn medewerking hem verandert in een heilig persoon, een heilige.

Aanbidding onderscheidt zich van verering doordat het laatstgenoemde gewoon het oprechte respect is dat Orthodoxe Christenen tonen voor heilige mensen en dingen, terwijl aanbidding zelf een totale overgave is van het zelf om verenigd te zijn met God.

Een secundair maar essentieel onderdeel van aanbidding in de Orthodoxie is het onderwijzen van de dogma's van het geloof, het vormen van de Christen in de leer van de Kerk.

Het centrum van het Orthodox-Christelijk liturgisch leven is de Goddelijke Liturgie. Andere belangrijke diensten zijn Vespers en Metten.

Sacramenten

Hoofdartikel: Sacramenten

Het is beter om te spreken van de heilig mysteriën; het hele leven van de Kerk is één sacrament. In de mysteriën wordt de Christen verenigd met God en wordt hij deelhebber van de goddelijke natuur (II Petrus 1: 4). Door alle sacramenten maakt God Zijn aanwezigheid bekend in Zijn goddelijke energieën, Hij gebruikt fysieke middelen om Zichzelf aan Zijn volk mee te delen.

Er zijn zeven algemeen erkende sacramenten, hoewel het aantal door de Kerk nooit dogmatisch is vastgesteld. De twee sacramenten van inwijding in de Kerk zijn de Doop en de Myronzalving. Een ander voltooit de initiatie en voedt het leven van de Christen: de Eucharistie, die wordt beschouwd als de hoogste van de sacramenten. De rest van de sacramenten zijn: Ziekenzalving voor de zieken, Biecht tot bekering en verzoening met Christus en Zijn Kerk, Huwelijk voor degenen die in huwelijksgemeenschap verbonden zijn, en Wijding voor degenen die geroepen zijn om de Kerk te dienen als diaken, priester of bisschop.

Alle sacramenten vereisen voorbereiding in het leven van de Kerk, en kunnen dus niet worden toegediend aan de niet-Orthodoxen. De enige uitzondering is de doop, het mysterie dat de Christen met Christus in de Kerk verenigt, en hem van een gelovige in Christus als katechumeen (iemand die zich voorbereidt op de doop) tot een volwaardig lid van het lichaam van Christus brengt.

Antropologie

Adam benoemt de dieren in het Paradijs.

Hoofdartikel: Antropologie

De Orthodox-Christelijke antropologie leert dat de mens door God is geschapen om Hem in gemeenschap te aanbidden, naar Zijn ikoon gemaakt om Zijn gelijkenis te bereiken. Alle menselijke wezens zijn dus van oneindige waarde, omdat ze het onuitwisbare stempel van hun Schepper dragen. Alle menselijke wezens zijn samengesteld uit zowel een ziel als een lichaam, die permanent deel uitmaken van de menselijke natuur. De mens is zondeloos gemaakt, maar niet volmaakt, en dus hoewel Adam zuiver was toen hij werd geschapen, werd hij geschapen als een wezen van dynamische vooruitgang, in staat om steeds meer als God te groeien.

Bij de val van de mens zondigden Adam en Eva niet alleen door de overtreding van Gods geboden, maar veranderde hun ontologische staat. Hun aard was zelf niet veranderd, maar de ikoon van God in hen werd verduisterd door de zonde, wat een ontologische scheiding van God is. De gevallen mens is dus niet totaal verdorven, maar lijdt eerder onder de ziekte van de zonde die heiligheid veel moeilijker te bereiken maakt.

De hele mensheid lijdt onder de gevolgen van de zonde (dood, ziekte en al het slechte), zelfs als een bepaald individu in theorie geen persoonlijke zonden heeft begaan. Orthodoxe antropologie spreekt niet over schuld omdat dat in wezen een juridische term is en niet direct relevant is voor de existentiële realiteit van de zondenziekte van de mens. Dus, zelfs als de term erfzonde wordt gebruikt in de Orthodoxe theologie, wordt het niet begrepen als een overgedragen schuld voor Adam's zonde, maar eerder als een geërfde ziekte die genezen kan worden in redding, waardoor de Christen aldus kan terugkeren naar het dynamische pad van groei in Gods gelijkenis.

Soteriologie

Hoofdartikel: Soteriologie

Soteriologie is de leer van de redding. In de Orthodoxe Kerk wordt redding opgevat als theosis, het oneindige proces van steeds meer op God te gaan lijken. Het wordt ook vergoddelijking genoemd en de betekenis ervan is dat de Christen meer en meer doordrenkt raakt met het goddelijke leven, en door genade wordt wat Christus van nature is. Zoals St. Athanasius de Grote zei: "God werd mens zodat de mens een god kan worden." Door deel te nemen aan de incarnatie, wordt de mens als Christus.

Redding is een proces dat niet alleen het hele aardse leven van de Christen omvat, maar ook het eeuwige leven van de komende eeuwen. Het wordt vaak beschreven in termen van drie stadia - katharsis (zuivering), theoria (verlichting) en theosis (vergoddelijking). Redding is dus niet alleen het zondeloos worden (zuivering), maar het is ook een voortgang in het gevuld zijn met het goddelijke licht. Bovendien wordt het zo vervuld met God in eenheid met Hem dat de Christen straalt met de gelijkenis van God, soms zelfs letterlijk een drager van het ongeschapen licht wordt. Hoewel deze termen van drie stadia soms worden gebruikt, overlappen ze elkaar en het hele proces wordt vaak theosis genoemd.

Het is alleen in en door Christus dat de mens gered kan worden. Redding kan niet worden verdiend, het is een vrij geschenk van God. De verwerving ervan vereist echter de medewerking van de mens met God, omdat God de vrije wil van de mens niet zal schenden. En zo is een leven van bekering en deelname aan de sacramenten het middel waarmee de mens samenwerkt met God. Deze samenwerking wordt synergie genoemd.

In de theosis raakt de mens vervuld met het goddelijke leven. Hij neemt de eigenschappen van God over, maar hij wordt niet versmolten met de Heilige Drieheid. Het is een unie zonder fusie. De mens kan een god worden door genade, niet in polytheïstische zin, maar veeleer in termen van het worden van een zoon of dochter van de Allerhoogste door middel van adoptie. Zo is een klassiek patristisch beeld van theosis een zwaard dat in een vlam wordt vastgehouden - het zwaard neemt geleidelijk de eigenschappen van de vlam (licht en warmte) over, maar blijft een zwaard.

De Orthodoxe Kerk neemt geen standpunt in over wie precies zal worden gered of wat er gebeurt met degenen die niet in de toekomstige wereld zijn. Sommigen nemen een standpunt in van het Universalisme, zoals Kallistos (Ware) van Diokleia van Theodore van Mopsuestia, terwijl ze Orthodox blijven.

Geestelijkheid

De Wijding van een diaken.

Hoofdartikel: Geestelijkheid

Het gebruik van de term geestelijkheid voor gewijde personen is door onoplettendheid de Orthodoxe taal binnen geslopen. Omdat alle gelovigen zijn geroepen ook geestelijk te leven, dient het woord geestelijkheid te worden vervangen door diakens, priesters en bisschoppen.

De Orthodoxe Kerk kent mensen die door God zijn geroepen om specifieke ambten van dienstbetoon en leiderschap in de Kerk te vervullen. Ze zijn op zichzelf niet waardig om deze functies te vervullen, maar door de genade van de wijding stelt God hen in staat om Zijn wil uit te voeren. Dit is de reden waarom, nadat een wijding voltooid is, door allen in de Kerk het woord Axios! ("Waardig!") wordt geroepen; niet omdat de Kerk de waardigheid van deze persoon bevestigt om te worden gewijd (op dat moment is hij al gewijd ), maar eerder omdat zij bevestigen dat de Heilige Geest op hem is neergedaald en Zijn werk heeft gedaan om de man voor zijn ambt te veranderen.

Diakens, priesters en bisschoppen zijn niet inherent hoger of beter dan de ongewijde gelovigen in de Kerk die immers allen zijn gewijd aan een specifieke bediening als het koninklijke priesterschap van Christus. Het dienstbetoon van de diakens, priesters en bisschoppen wordt echter gezien als een meer intense en potentieel geestelijk gevaarlijke rol, omdat het toedienen van de heilige mysteriën behelst en de verantwoordelijkheid voor het onderwijzen van het volk van God.

Er zijn twee groepen beambten in de Kerk, die in de lagere orde en die in de hogere orde. De lagere ordes in de Kerk zijn lezer, psaltis (voorzanger) en hypodiaken (in sommige tradities worden voorzangers niet gebruikt omdat koormuziek de norm is). De hogere ordes die de apostolische tijd hebben overleefd en die binnen de Kerk blijvend zijn geworden, zijn diaken, presbyter (priester) en bisschop.

Heiligen

Onze Heilige Vrouwe Theotokos

Hoofdartikel: Heiligen

Het begrip Heiligen kan op twee manieren worden verstaan. In de eerste plaats zijn de heiligen allen die in het Lichaam van Christus zijn, de Kerk. Heilige verwijst letterlijk naar iemand die apart gezet is voor Gods doelen, wat de essentiële betekenis van heiligheid is. Heilig zijn is apart zetten en heeft dus niets in het bijzonder met iemands persoonlijke waardigheid te maken.

In de tweede, meer algemene zin, zijn de heiligen diegenen wier levens het duidelijkst hebben aangetoond dat zij apart gezet zijn voor de dienst aan God. Hun heiligheid, die niet van henzelf is, maar die van Christus is, is blijkbaar zo duidelijk dat Orthodoxe Christenen hen veel respect betonen, wat wordt aangeduid als verering. Deze verering is uiteindelijk te danken aan het werk van Christus en is een erkenning van Christus in de heiligen.

Omdat de Kerk het werk van Christus in de heiligen erkent, bevestigt zij formeel het werk van verheerlijking (heiligverklaring) dat door het volk is begonnen, waardoor de heiligen door Gods volk worden bevestigd als zijnde onder de geredden, opdat hun leven kan worden nagebootst, zoals de Apostel Paulus ons aanspoorde om hem te imiteren zoals hij Christus nabootste. Zo zijn de liturgische diensten samengesteld voor de viering van de feestdagen van de heiligen en wordt hun plaats als deelnemers aan de gemeenschappelijke eredienst van de hele Kerk bevestigd.

Geschiedenis

Hoofdartikel: Kerkgeschiedenis

De geschiedenis van de Kerk legt de voortgang van Christus’ werk gedurende de loop van de menselijke ervaring vast. De geschiedenis heeft voor de Orthodoxie een theologisch belang vanwege de incarnatie van Jezus Christus, dat, zoals Hij als God ervoor koos een fysieke, levende, ademende mens te worden, Hij er ook ervoor kiest om in en door de menselijke geschiedenis te werken om redding tot stand te brengen. Zo wordt de geschiedenis van de Kerk een heilige geschiedenis, niet als de Bijbelse geschiedenis die het verhaal van de redding zelf vormt, maar eerder als een verslag van de voortdurende gevolgen van het reddingsverhaal in de ervaring van de mensheid.